OCD/OCS
Obsessieve-compulsieve stoornis (OCD) is een angststoornis die wordt gekenmerkt door terugkerende, ongewenste gedachten (obsessies) en/of herhaalde handelingen (compulsies). Het kan ook dat je last hebt van beide. Het lukt je niet om de gedachten of handelingen te stoppen. Het kan erg beangstigend zijn om niet de controle te hebben over je eigen doen en laten. De stoornis begint meestal tijdens de jonge volwassenheid en soms al in de kindertijd.
Er zijn verschillende factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van dwangstoornissen:
- Erfelijkheid: wanneer één van je ouders een dwangstoornis heeft, is de kans drie tot vijf keer zo groot dat je zelf ook een dwangstoornis ontwikkelt.
- Opvoeding en omgeving, zoals opgroeien in een emotioneel onveilige omgeving, met weinig aandacht voor je gevoelens of juist met hele overbezorgde ouders.
- Stress of veel druk van buitenaf.
- Ingrijpende gebeurtenissen (psychotrauma): hierdoor kan je gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen onder druk komen te staan.
- Lichamelijke veranderingen, bijvoorbeeld door een zwangerschap.
Vaak voorkomende obsessies zijn smetvrees, vermijden van vuil, angst voor ziektekiemen of het zich inbeelden anderen of zichzelf schade te hebben berokkend. Andere vormen zijn angst om de controle te verliezen of last hebben van opdringerige seksuele gedachten. Sommigen hebben terugkerende verboden gedachten of de drang om dingen op een bepaalde manier te behouden; nog anderen hebben last van overmatige religieuze of morele twijfels of ondervinden een dwangmatige behoefte om te praten en vragen te stellen.
Vaak voorkomende compulsies zijn veelvuldig terugkerend gedrag zoals handenwassen, controleren, opruimen en herorganiseren van spullen of bijhouden van dingen. Andere vormen zijn het uitvoeren van psychische activiteiten zoals bidden, tellen, in stilte woorden herhalen. Dwanghandelingen worden vaak uitgevoerd en herhaald volgens strikte rituelen, en dienen om zich te verlossen van iets dat als onaangenaam wordt ervaren (vaak is dit gelinkt met dwanggedachten).
Behandeling
Door te praten en te oefenen kun je leren bepaalde gedachten en reacties op angst te veranderen. We noemen dit cognitieve gedragstherapie. Je leert dan angstwekkende situaties te doorstaan en je dwang te bedwingen. Cognitieve gedragstherapie kan een nuttig middel zijn om je te helpen over de angst heen te komen die je dwangneuroses veroorzaakt. Hierbij bekijk je waar je negatieve gedachtes vandaan komen, en buig je deze samen met de behandelaar om tot positieve gedachten. Vaak wordt deze ondersteund door andere technieken zoals hypnose, relaxatietechnieken, elektrotherapie, enz. Ook worden aanwijzingen gegeven over wat je zelf kunt doen.